25 november 2021 – 

Een ondernemer die haar NOW-voorschot moest terugbetalen vanwege een dalendenloonsom is naar de rechter gestapt. In de referentiemaand werd incidenteel loon – vakantiegeld en overuren – uitbetaald. Dat moet uit de referentie worden gefilterd. De rechter geeft de ondernemer gelijk.

Een kledingwinkel die een voorschot ontvangt onder loonsteun NOW 1, krijgt bij de definitieve vaststelling te horen dat het subsidiebedrag op nul is gesteld. De loonsom over de referentiemaand is namelijk hoger dan de subsidiemaanden. Maar de ondernemer stapt naar de rechter, omdat er in januari vakantiegeld en overuren zijn uitbetaald. Deze moeten niet meetellen voor de loonsom, vindt de ondernemer, onder meer omdat winkels die dit niet uitbetalen wél in aanmerking komen voor subsidie. Bovendien vindt ze dat ze voldoet aan de eisen van NOW en de steun heeft ervoor gezorgd dat haar personeelsbestand gehandhaafd kon worden.

UWV: Geen hardheidsclausule

Volgens het UWV is er geen ruimte om af te wijken van de regels. De ondernemer heeft de overuren en de vakantie-uren bij de aangifte niet in de juiste loontabel opgenomen. Daardoor kon de uitkeringsinstantie deze gegevens niet uit de loonsom filteren. UWV weigert om deze aanpassingen handmatig te doen, omdat dat de uitvoering van de loonsteunregeling onwerkbaar zou maken als dat voor alle ondernemers zou gelden. Het kabinet heeft heel bewust géén hardheidsclausule in de regeling opgenomen, waardoor UWV hier zich niet coulant kan opstellen.

Vakantiegeld uit loonsom filteren

De rechtbank gaat in dat verweer niet mee en haalt een antwoord van minister Koolmees op Kamervragen aan: ‘Als de werkgever kan aantonen door middel van objectief verifieerbare gegevens uit de loonadministratie dat de loonkosten in de referentiemaand niet representatief waren, doordat er sprake was van het uitbetalen van bonussen, overuren, etc. dan kan UWV deze gelden uit de loonsom filteren.’ Ook merkt de minister in latere stukken op dat er een bezwaarprocedure bestaat, mocht de regeling niet aansluiten op een specifieke ondernemerssituatie.

Geen complexe berekening

Volgens de rechtbank is er geen complexe berekening nodig in deze zaak. Het gaat om zo’n 2200 euro aan incidenteel loon en de referentie-loonsom zou met dat bedrag moeten worden verminderd. ‘Eiseres heeft dat standpunt onderbouwd met stukken (verklaringen van de werknemers en loonstroken) en concreet gemaakt. De rechtbank ziet geen aanleiding aan de  juistheid van de gegevens te twijfelen, en ook verweerder heeft dit alles niet betwist.’ Daarom is het volgens de rechtbank niet vol te houden dat UWV juist heeft gehandeld.

Bedoeling NOW

Het uitfilteren van dit bedrag is ook in lijn met de wens van het kabinet, concludeert de Rechtbank Limburg. In dit geval staat dat niet op gespannen voet met de bedoeling van het ministerie om de regeling zo eenvoudig mogelijk te maken. ‘[UWV] had de onterechte vertekening in de referentie-loonsom van [de ondernemer] daarmee eenvoudig kunnen voorkomen. De rechtbank ziet in dit geval namelijk niet in dat dit een ingewikkelde en tijdrovende beoordeling oplevert. [UWV] heeft dat – daarnaar gevraagd – ook niet gesteld.’

Terugvordering vernietigd

De rechtbank verklaart het bezwaar van de ondernemer gegrond. UWV moet het incidentele loon aftrekken van de referentiesom van januari 2020. Dat betekent dat de definitieve vaststelling niet op nul kan worden gesteld. Ook de terugvordering van het voorschot van UWVkan niet in stand worden gehouden en de rechtbank vernietigt dat besluit